This website consolidates products from SEE, Caneco, and ETAP.
Heeft u vragen?
Neem gerust contact op!
+31 (0)45 561 16 36

V8R4 SP4

Release notes

Welkom  ›  Release notes  ›  V8R4 SP4

SEE Electrical SEE ELECTRICAL V8R4 SP4


New features

Weergavetaal wijzigen

basic

De weergavetaal (dit is niet de vertaling van projecten!) kan binnen V8R4 worden gewijzigd via een speciale vervolgkeuzelijst, die beschikbaar is op het tabblad Kleur en lay-out van de Systeeminstellingen.

Om de wijziging van de softwaretaal (dialogen en de meeste menu’s) effectief toe te passen moet na de aanpassing de licentie opnieuw worden opgehaald. In tegenstelling tot alle eerdere versies wordt vanaf V8R4 de licentie via een apart programma opgehaald, en is deze functionaliteit niet langer opgenomen in het hoofdprogramma. Deze “Programmataal” instelling past uitsluitend de dialogen en menu items aan, de geïnstalleerde symboolbibliotheken, artikeldatabase en tekeningsjablonen blijven gehandhaafd.

Nadat er een aanpassing in de programmataal gedaan werd, zal het systeem om het actualiseren van de licentie vragen. Bevestig dit met JA . Daarna komt de melding dat de software gestopt en opnieuw gestart moet worden. Bevestig ook dit met OK.

Na het opnieuw starten van de software is de licentie in de meeste gevallen niet langer actief.

Dat is te zien doordat de software nu in de Viewer modus staat.

De mogelijkheid om van weergavetaal te wisselen wordt bepaald door de licenties en de condities die per land kunnen verschillen. Binnen Nederland en België kan de weergavetaal gekozen worden.

Het is daarom nodig de licentie opnieuw op te halen, indien u gebruik maakt van de softwarematige licentie.

Er kunnen drie situaties optreden:

1. De software start automatisch zelf de licentiëring procedure bij de eerste start, zoals na een nieuwe installatie.

2. U start de procedure door rechts boven op de I te klikken en daar de licentiëring procedure te starten, u kunt dan voor “Registreer mijn software “kiezen.

3. U start de procedure door in het Windows Start menu, in het menu SEE Electrical V8R4, op de optie “Instellingen SEE Electrical V8R4” te klikken.

 

Klik op OK, het systeem laat dan de SEE Electrical Configuratie instellingen zien.

Deze dialoog kan in verschillende talen verschijnen, afhankelijk van de in te stellen taal.

– Vul uw serienummer en wachtwoord in. Het is mogelijk de licentie, net zoals in de vorige versies, automatisch te parkeren na gebruik echter zal het noodzakelijk zijn de licentie handmatig op te halen bij het opnieuw starten van de software.

– Klik op “Licentie”

– De modules die GEEN deel uitmaken van uw licentie kunt u bekijken via de knop “Niet beschikbaar”.

 

Dit is dus volledig afhankelijk van uw licentie.

De modules die wel deel uitmaken van uw licentie kunt u onder de knop “Flexibel” terugvinden.

De volgende dialoog laat onder de kolom “Module Naam” alle beschikbare modules zien die onder uw licentie vallen.

Om de licenties te activeren op uw software moet u “Stel alle licenties beschikbaar” selecteren.

De licenties worden dan opgehaald en aan uw software toegewezen De huidige status ervan kan in de kolom “Status” teruggevonden worden.

Als er “Beschikbaar” staat, houdt dat in dat de licentie beschikbaar is op de licentieserver, maar nog niet actief wordt ingezet binnen de SEE Electrical software.

– Nadat “Stel alle licenties beschikbaar” werd gebruikt, zal er een volgende dialoog verschijnen.

– Bevestig de vraag met Ja, de modules moeten op deze pc worden ingezet.

– De status wordt naar “Opgenomen” omgezet, daarmee zal uw software operationeel worden.

– Sluit daarna de dialoog.

– Sluit ook de SEE Electrical Instellingen dialoog.

– Na het starten van SEE Electrical is uw licentie operationeel als alle stappen met het vermeldde resultaat doorlopen zijn.

Definitie van alternatieve symbolen binnen de kanaaldefinitie

standard

Bij het definiëren van kanaaldefinities is het nu mogelijk om tot vier alternatieve symbolen te definiëren voor dezelfde set verbindingen.

Om deze alternatieve symbolen toe te voegen, is een +1 knop toegevoegd aan de kolom Symbool van het Kanalen dialoogvenster. Indien een bepaald symbool moet worden gewijzigd, is het noodzakelijk de cursor op een van de paden te plaatsen en de knop. . . te gebruiken, waarmee het SEE-symboolkeuzedialoogvenster opnieuw wordt weergegeven.

In de meegeleverde artikeldatabase zijn vele relais die wisselcontacten bedienen voorzien van vier variaties van een wisselcontact, in diverse posities.

Om componenten die gebruik maken van deze nieuwe manier van symbooldefinitie eenvoudiger te kunnen identificeren, is het deelvenster (tabblad) Componenten aangepast. Symbolen met alternatieve symbolen worden automatisch geel gemarkeerd. Wanneer een symbool is geselecteerd in het deelvenster Componenten, is het mogelijk om tussen de beschikbare symbolen te schakelen met de toetsen N en B. Verschillende alternatieven zijn ook zichtbaar en beschikbaar bij gebruik van de “Toon niet-geplaatste onderdelen” functie.

Tekenen Functie/Locatie venster met polygoon

standard

De nieuwe Schema > Functie(=)/locatie(+) venster > Polygoon opdracht maakt het mogelijk een polygoon te tekenen en vervolgens de Functie(=)/locatie(+) van deze polygoon aan alle componenten die zich binnen deze (gesloten) polygoon bevinden toe te wijzen.

Deze functie is uitsluitend zichtbaar als de Functie(=)/locatie(+) toewijzing ingeschakeld is. Alle mogelijkheden die voor het Functie(=)/locatie(=) venster bestaan zijn ook van toepassing op deze nieuwe polygoon tekenwijze. Let er wel op, dat de polygoon altijd gesloten moet zijn.

Kopiëren van attributen tussen symbolen

standard

Na het selecteren van een symbool dat gegroepeerd is als Component met hulp en/of Multi contacten, Comp. met hulp en/of Multi contacten (kruisverwijzing) of Spoel en vervolgens het indrukken van de Ctrl+Shift+C toetsen, kopieert SEE Electrical de Functie(=)/Locatie(=) en Productattributen van het apparaat naar het Klembord.

Vervolgens kunnen deze gekopieerde attributen naar elk willekeurig contactsymbool worden geplakt door het te selecteren en de toetsen Ctrl+Shift+V in te drukken. Dit is een nieuwe manier om een (multi) contact aan een geschikt component toe te wijzen. Deze snelkoppeling werkt ook op meerdere contacten indien geselecteerd.

Accentueren van attributen

basic

Door op een geopende pagina op de rechter Ctrl-toets te drukken, worden tekstattributen gemarkeerd, zodat ze beter zichtbaar zijn op het scherm. Attributen worden gemarkeerd in verschillende kleuren:

  • blauw (Functie, Locatie)
  • groen (Product)
  • geel (Uitrusting, Beschrijvingen)
  • rood (Kruisverwijzing).

Ophogen van de Product Index of Signaalreferentie symbolen

basic

Met de +1 knop naast het Product Index attribuut van alle Signaalreferentiesymbolen kunt u die symbolen en hun connectiviteit gemakkelijk beheren. Als Product Index leeg is, wordt door klikken op de +1 knop de hoogste waarde van dit attribuut ingevoegd in de verzameling van alle Signaalreferenties met dezelfde naam. Door nogmaals te klikken wordt dit attribuut met 1 verhoogd.

Automatisch aanpassen etagenaam bij etageklemmen

basic

Er is een nieuwe optie Automatisch ophogen etagenaam voor etageklemmen voor klemmen met meerdere etages beschikbaar op tabblad Klemmenstroken binnen de Schema Eigenschappen. Dit maakt het mogelijk te definiëren welk attribuut wordt verhoogd bij het invoegen van een klem. Als deze optie is ingeschakeld, wordt het attribuut Etage index verhoogd volgens de onderstaande regels:

  • Indien etagenaam een nummer is, wordt de waarde met 1 opgehoogd.
  • Indien etagenaam een tekenreeks (string) is, wordt uitsluitend de etage index met 1 opgehoogd.
  • Indien etagenaam een nummer en tekenreeks is, wordt het nummer met 1 opgehoogd.
  • Indien de etage index leeg is, wordt uitsluitend de etagenaam met 1 opgehoogd.
  • Indien de etage index en de etagenaam leeg zijn, wordt de klem als enkelvoudige klem gezien.

Definitie van lijst attributen

advanced

Met het nieuwe attribuuttype Lijst kunnen Project-, Blad- en componentattributen met voor gedefinieerde waarden worden gemaakt. Om een dergelijk attribuut te maken, moet de naam op een specifieke manier worden gedefinieerd; Naam[Waarde1|Waarde2|…|WaardeN] waarbij het deel Naam een zichtbare attribuutnaam wordt en de voor gedefinieerde waarden tussen vierkante haken worden gezet met het teken “|” (Pipe) als scheidingsteken.

 

Voorbeeld:

Er moet een keuzelijst voor het stroomstelsel worden toegevoegd in de projecteigenschappen, waarbij de keuze gemaakt moet kunnen worden tussen TT,TN, TN-C, TN-S en TN-C-S.

  • Open de projecteigenschappen van het desbetreffende project of projectsjabloon
  • Pas een bestaande tekst aan of maak een nieuw tekstitem aan. In dit voorbeeld passen we projecttekst 10 (ID100290) aan
  • Verander de tekst “Projecttekst 10” in Stroomstelsel, zet daar een rechte haak Openen [ achter en vul vervolgens de gewenste waardes in, gescheiden door een “Pipe”| Sluit deze regel af met een rechte haak sluiten ]. Dit ziet er als volgt uit Stroomstelsel [TT|TN|TN-C|TN-S|TN-C-S]
  • Pas ook het veldtype naar “LIST” aan. Verander nu ook eventueel de lijst volgorde zodat u kunt sturen op welke plaats de tekst Stroomstelsel binnen de projecteigenschappen zal verschijnen.
  • Bevestig de aanpassing met OK, het systeem zal melden dat het project opgeslagen moet worden, gesloten en weer geopend moet worden. De melding kan meervoudig voorkomen
  • Na het openen van het bewuste project kunt u een van de ingestelde teksten selecteren.
  • Tip: Het is mogelijk deze eigenschappen aan bestaande projecten door te geven met behulp van de CUS opdracht

Groeperen van project- en blad attributen

advanced

Om de zichtbaarheid van project- en bladkenmerken in het eigenschappenvenster te vergroten, is de mogelijkheid toegevoegd om groepen (nodes) te maken.

Om een nieuwe node te maken kan bij een bestaand project- of blad-de node optie ingeschakeld worden. Daarvoor moet wel de node op “Zichtbaar “staan

Het is ook mogelijk een nieuwe node te maken. Daarvoor kan een bestaand record worden gebruikt of een nieuw record worden aangemaakt. De attribuut waarvan de node wordt aangezet moet aangemaakt worden volgens de volgende regels:

  • De attribuut moet zichtbaar zijn,
  • Waarden voor Lengte en Veldtype mogen niet leeg zijn.
  • Vervolgens moeten attributen die deel gaan uitmaken van het knooppunt een hogere volgwaarde hebben. Alle hogere waarden maken deel uit van de node, totdat een volgende node wordt gemaakt

Op deze manier aangemaakte nodes worden in ProjectInformatie en BladInformatie dialogen gebruikt als tabbladen waardoor navigatie eenvoudiger wordt.

Notities vermelden binnen project tekst

basic

Er werd een nieuw projectattribuut (ID 100710) geïntroduceerd genaamd “Notitietekst”.

Deze notitietekst kan ingevuld worden binnen de algemene projectgegevens, en vervolgens in- of uitgeschakeld worden. Als de “Toon notities bij openen project” optie ingeschakeld is, wordt de notitietekst meteen bij het openen van het project weergegeven. Na het accepteren van deze tekst via een OK knop kunt u verder gaan met het bewerken van het project.

Binnen Advanced/Scale kan de tekst “Notities” zelf ook aangepast worden.

Niet-in-lijst eigenschap voor kabels

standard

De eigenschap Component in Lijsten, bekend van componenten, is toegevoegd aan alle kabels.

Net als voor componenten heeft de eigenschap drie mogelijke waarden:

  • In alle lijsten
  • NIET in materiaal/stuklijst
  • Uitsluitend als doel)

Deze instelling is van invloed op het gedrag van de grafische lijstgeneratie en passende database lijsten.

Niet-in-lijst eigenschap voor Multi verbindingen

advanced

De eigenschap Component in Lijsten, bekend van componenten, is toegevoegd aan alle multi-verbindingen. Multi-verbindingen worden vooral gebruikt om verbindingen binnen de Building+ en net als voor componenten heeft de eigenschap drie mogelijke waarden:

  • In alle lijsten
  • NIET in materiaal/stuklijst
  • Uitsluitend als doel)

Deze instelling is van invloed op het gedrag van de grafische lijstgeneratie en passende database lijsten.

Selecteren van foldernamen en beschrijvingen uit de Aspect Manager

advanced

Bij het aanmaken of hernoemen van een map, is het nu mogelijk om de Aspect Manager te openen (indien ingeschakeld, anders zal de aangeduide knop niet aanwezig zijn) en een combinatie van Functie(=)/Locatie(+) te selecteren die als naam voor deze map moet worden gebruikt. Bovendien zal de beschrijving van de map worden gevuld met de juiste waarde uit Aspect Manager (tenzij zowel Functie(=) als Locatie(+) zijn geselecteerd en voor beide al een beschrijving is gedefinieerd).

De informatie die aanwezig is binnen de Functie(=)/locatie(+) manager kan geselecteerd worden of eventueel worden toegevoegd. Na het bevestigen worden naam en beschrijving doorgegeven aan de mapnaam.

Beheren van blok configuraties in AutoGen module

advanced

Het is nu mogelijk om verschillende configuraties, gedefinieerd met de BlockConfigurator opdracht direct toe te passen vanuit de AutoGen module van SEE Electrical. Aan de kant van SEE Electrical is het nodig om de naam van de kolom voor configuraties te definiëren (Autogen > Symbool > Kolom configurator). In XLSX moet de speciale kolom configuratienamen bevatten die voor blokken zijn gedefinieerd. Als de kolom leeg wordt gelaten, wordt de standaardconfiguratie toegepast.

Controle geldigheid gekoppelde symbolen binnen Autogen Excel bestand

advanced

Er werd een nieuwe controlefunctie toegevoegd aan de Autogen module.

Tijdens de aanroep van symbolen binnen het Excel bestand wordt gecontroleerd of de binnen het Excel bestand aangeroepen symbolen wel beschikbaar zijn. Worden daar problemen gevonden zal dit gerapporteerd worden. Daarbij bestaat de mogelijkheid met de procedure verder te gaan ondanks de gevonden problemen of de procedure te stoppen.

Tonen netwerk hiërarchie binnen Building+

standard

Het nieuwe deelvenster Verdelingsboom dat beschikbaar is voor tekeningen binnen Building+ en Verdeler overzicht toont het volledige netwerk van een gebouw of een aantal gebouwen in een boomstructuur die bekend is van het deelvenster Project. Het gedrag van dit deelvenster is afhankelijk van hoe het netwerk wordt gedefinieerd. Als Eindgroep definiëren via symbooleigenschappen is uitgeschakeld, dat wil zeggen dat relaties via kabels moeten worden gelegd, is de primaire functie van dit deelvenster het weergeven van het netwerk

Binnen Advanced/Scale is ook de Ga naar opdracht beschikbaar.

Als de toewijzing van de groepen handmatig gebeurt door middel van de ingeschakelde optie “Definieer eindgroep door deze handmatig in te vullen in de symbooleigenschappen bij “Eindgroep”, maakt Verdelingsboom een gedeeltelijk beheer van het netwerk mogelijk door gebruik te maken van eenvoudig slepen en neerzetten van groepen en panelen binnen de boomstructuur.

Uitschakelen kabellengte berekening binnen Building+

basic

Het is nu mogelijk om de automatische kabellengte berekening, geldig bij zowel lijn- als spline-getekende kabels, binnen Building+ uit te schakelen. Om dat te doen, moet u ofwel handmatig het attribuut Lengte wijzigen in een andere waarde of de eigenschap Bereken kabellengte wijzigen in Nee.

Om de wijziging terug te draaien en de lengte opnieuw te berekenen, moet het attribuut Bereken kabellengte worden gewijzigd in Ja. Bovendien is het mogelijk al deze handelingen uit te voeren terwijl u meerdere kabels selecteert.

Overzetten van sneltoetsen

basic

Met de speciale knoppen Importeer en Exporteer in het tabblad Kleur en lay-out van Systeeminstellingen kunnen door de gebruiker gedefinieerde sneltoetsen gemakkelijk tussen SEE Electrical werkstations (mits V8R4, NIET uit eerdere versies) worden gemigreerd. Geëxporteerde snelkoppelingen worden opgeslagen in een tekstbestand met de extensie *.shortcuts.

De kleurinstellingen, map instellingen en andere algemene instellingen kunnen met de opdracht RegsetExport worden geëxporteerd.

Verschaal objecten door afstand

basic

Met de nieuwe opdracht Verschaal door afstand, beschikbaar in Bewerken en het contextmenu, kunnen geselecteerde objecten worden geschaald door een afstand en de vereiste lengte te definiëren (op dezelfde manier als in DWG/DXF/DXB Editor). Om objecten te schalen met deze opdracht:

  • Selecteer een of meerdere objecten
  • Selecteer de “Verschaal door afstand” functie. De functie wordt overigens pas actief als er een selectie gemaakt is. In dit voorbeeld is de horizontale afmeting van de rechthoek 45 mm, en verticaal 50 mm
  • Klik de bewuste lijn aan, selecteer een beginpunt (er ontstaat een gestippelde blauwe lijn aan de cursor) en klik op een eindpunt van de lijn.
  • Vul de gewenste waarde in, in dit voorbeeld 90 mm en bevestig met OK
  • Het systeem past het formaat van het complete object aan door de verhouding tussen de originele lengte (45) en de gewenste lengte (90) te gebruiken, wat in dit geval een factor 2 is. De aspect ratio wordt behouden, de bewerking zal op zowel de X- als ook de Y-as worden toegepast.
  • Als u maatlijnen heeft gebruikt verwijder deze dan, ze zijn niet gekoppeld
  • Plaats de maatlijnen opnieuw om de afmeting na bewerken te zien
  • Het object is nu 90 mm horizontaal, en 100mm verticaal en is dus met een factor 2 verschaalt.

Vervang ingevoegde of gekoppelde afbeeldingen

basic

Met de opdracht Afbeelding/PDF > Aanpassen in het contextmenu kunt u ingevoegde afbeeldingen vervangen en/of het pad wijzigen als de link tot stand is gebracht. Nieuwe afbeeldingen worden altijd ingevoegd met de bestaande grootte. Een afbeelding die wordt vervangen door een andere afbeelding zal op dezelfde positie, met dezelfde afmeting ( in zover dat mogelijk is met de breedte/hoogte verhouding van de nieuwe afbeelding) verschijnen. Het is NIET mogelijk een gekoppelde afbeelding via F6 te selecteren binnen een groep zoals een tekeningsjabloon en dan handmatig de gegevens aan te passen.

Dit is WEL mogelijk via de tekst zoek en vervang functie .

Tip: Met de tekst Zoek-en-vervang functie kunnen snelkoppelingen naar grafische bestanden binnen het project gezocht, gevonden en vervangen worden. Dit werkt ook met gekoppelde logo’s.

Beeldverhouding objecten vergrendelen tijdens aanpassen afmeting

basic

Het is nu mogelijk om de grootte van een object, zowel bitmaps als symbolen, te wijzigen met behoud van de originele beeldverhouding. Dat kan gedaan worden door de Ctrl toets ingedrukt te houden en de trackers of markers te gebruiken om de afmeting te wijzigen.

De trackers of markers kunnen via het Beeld menu of de werkbalk snelle toegang worden ingeschakeld.

Indien GEEN toets wordt ingedrukt, en een marker wordt verschoven, zal het systeem geen rekening houden met de oorspronkelijke breedte/hoogte verhouding ( aspect ratio). Daardoor is de kans erg groot dat een afbeelding vervormd.

Druk de CTRL toets in, en houdt deze ingedrukt, voordat de marker wordt aangeklikt en verschoven. De aspect ratio blijft behouden.

Nieuwe optie bij gebruik van automatische contactnummering

standard

In aanvulling op de bestaande * wildcard tekens die gebruikt wordt om meervoudig geplaatste contacten van een unieke aansluitcodering te voorzien binnen de artikeldatabase kanalen is nu ook & als wildcard beschikbaar.

Bij gebruik van *1, *2 zal dit bij de eerste plaatsing resulteren in 11,12; bij de tweede plaatsing in 21,22; bij derde plaatsing in 31,32 etc.

Indien de nieuwe wildcard & wordt gebruikt in deze opstelling: &3,&4 zal dit bij de eerste plaatsing resulteren in 3,4; bij de tweede plaatsing in 13,14; bij derde plaatsing in 23,24 etc.

Nieuwe exportfunctie voor labels

basic

Via de menu opties Bestand, Exporteer, Labels krijgt u toegang tot een nieuwe methode om labels te exporteren. Deze kunnen worden gegenereerd voor componenten, draden, kabels en klemmen. Deze nieuwe opdracht biedt de mogelijkheid om in de formaten van de volgende fabrikanten te exporteren:

ABB, Brady, Cembre, ContaClip, Grafoplast, ModernoTecnica, Murrplastik- Murrtechnic, Partex, Phoenix Contact, Wago en Weidmuller.

De label informatie, die later ingelezen kan worden in de printprogramma’s van de genoemde fabrikanten, kan op de juiste plek worden opgeslagen. Dat kan bijvoorbeeld ook een folder zijn die door de productieafdeling gelezen kan worden.

Nadat de juiste folder ingesteld werd, kan gekozen worden welke informatie geëxporteerd moet worden. Dit is uit te splitsen in :

  • Uitrusting > Dit is de Functie(=)/Locatie(+)/Product(-) informatie.
  • Kabel > Informatie zoals ook in de Databaselijst, kabels te vinden is
  • Draad > Informatie zoals ook in de Databaselijst, Draden te vinden is
  • Klemmenstrook> Klemmenstrook, functie en locatie
  • Klem> Kleminformatie

De volgende -belangrijke- stap is te bepalen voor welke fabrikant, en daardoor welk formaat, de gegevens worden gereedgemaakt. De gegevensuitvoer kan verder gestuurd worden door een keuze te maken hoe de sortering moet aflopen.

Controle geldigheid kanaaldefinitie

standard

De kanaaldefinitie zoals gebruikt binnen de artikeldatabase voert nu een extra controle uit op de toepassing van de juiste symbolen, en in het bijzonder de beschikbaarheid van de symbolen. Als een symbool niet wordt gevonden omdat bijvoorbeeld de symbolenbibliotheek niet meer aanwezig is, zal de getoonde melding verschijnen.. Telkens wanneer dit dialoogvenster wordt geopend, controleert de software of de gedefinieerde symbolen een apparaat kunnen bouwen. Als een definitie onjuist is, verschijnt een melding. Bovendien wordt dezelfde controle uitgevoerd voor apparaten die zijn gedefinieerd in Aspect Manager (Advanced), waar gegevensconsistentie van cruciaal belang is.

Import van SE Ecoreal P

standard

Het nieuwe  Bestand > Importeer > SE Ecoreal P menu maakt het mogelijk bestanden die door SE Ecoreal P geproduceerd zijn in te lezen en hieruit meer- of eendraads schema’s te produceren binnen de Schema module. De stuklijst kan worden ingevoerd waarna de Selectielijst en Toon niet geplaatste componenten functies ook gebruikt kunnen worden binnen de paneelbouw.

Integratie met SE UE ProClima

basic

Er is een nieuwe ProClima opdracht toegevoegd die toegankelijk is vanuit de panelen Electrical > Integraties en Paneelbouw > Integraties. Met deze opdracht kan de SE UE ProClima webtool worden gestart waarmee gedetailleerde berekeningen van de vermogensdissipatie van een paneel kunnen worden uitgevoerd volgens NEN-EN-IEC 61439-1.
Op basis van het energieverbruik van geselecteerde apparaten is het mogelijk om deze berekeningen uit te voeren. Zo kunnen verwarmings- en/of koeloplossingen worden geselecteerd en geconfigureerd. Deze kunnen direct geïmporteerd worden in een SEE Electrical project. Bovendien worden PDF’s met details van de gegeven configuratie automatisch toegevoegd aan het project in projectnode Andere documenten.

Nieuwe toevoeging: Launch module

basic

Er werd een nieuwe module Launch toegevoegd. Deze module maakt deel uit van de launch bundel en activeert twee eigenschappen:

  • De Functie/locatie toewijzing kan geactiveerd worden, de opdracht is beschikbaar binnen de project eigenschappen
  • Een beperkte toegang ( uitsluitend -bestaande- technische gegevens lezen) tot de artikeldatabase maakt nu deel uit van de software.

Nieuwe toevoeging: Scale module

advanced

Er werd een nieuwe module Scale toegevoegd. Deze module maakt deel uit van de Scale bundel en activeert alle noodzakelijke functionaliteit op een PLM koppeling te kunnen realiseren.

Externe 3D aanzichten

basic

Het nieuwe menu item “Extern 3D aanzicht” werd toegevoegd om de integratie tussen de (2D) schema module en de externe 3D Paneelbouw module verder uit te bouwen.

Doordat er twee versies van 3D Panel+ bestaan, een geïntegreerde (embedded) 32Bits versie en een externe 64Bits versie, zijn er twee “Invoegen” opties voorzien. Binnen de Nederlandstalige markt wordt de externe (64Bit) 3D Panel+ module gebruikt. Daarom moeten in dit geval de opties van “Extern 3D aanzicht” worden gebruikt. Deze functie maakt het mogelijk binnen de 3D module aanzichten te genereren, die met extensie spv2d worden opgeslagen. Deze aanzichten kunnen nu direct in V8R4 worden ingelezen, en indien het 3D model wordt aangepast, kunnen de wijzigingen worden doorgegeven aan de 2D aanzichten als de “Actualiseer” functie wordt gebruikt.

Export naar 3D Panel

standard

De Bestand > Exporteer > Project naar SEE Electrical 3D Panel+ opdracht maakt het mogelijk projectgegevens naar een XLS bestand te exporteren, waarna deze ingelezen kan worden in de standalone versie van 3D Panel+.

Standaard verbindingsgegevens en uitrusting voor signalen

standard

Naast andere eigenschappen is het nu mogelijk om standaard Type en Verbindingstype in te stellen voor Signaaltypen. Deze attributen worden alleen toegepast op nieuw aangemaakte signalen en draden. Bovendien is het mogelijk om tijdens het automatisch nummeren van draden/signalen deze attributen terug te zetten naar de standaardinstellingen zoals gedefinieerd in het Signaaltypen-instelling-dialoogvenster.
Indien bijvoorbeeld een brug moet worden toegekend, is de beste aanpak hier een apart signaal voor te maken, waarbij eventueel het brugtype via de artikeldatabase wordt toegewezen, en het verbindingstype NIET draad is.

Integratie met Weidmüller WPC

basic

Het is nu mogelijk een CSV-bestand te exporteren met informatie over draadfabricage voor Weidmuller’s WPC machine. De opdracht Draden naar Weidmüller WPC is te vinden in het menu Bestand > Exporteer….

Integratie met Weidmüller M-Print PRO

basic

Het is nu mogelijk om labels voor apparatuur, draden, kabels en klemmen rechtstreeks naar Weidmüller M-Print PRO te exporteren. Deze integratie vereist het vooraf definiëren van M-Print PRO scripts (*.mis-bestanden) die bestanden,  geëxporteerd uit SEE Electrical, vertalen naar labelinformatie. Het selecteren van die scripts is mogelijk in het Instellingen dialoogvenster voor labelexport. Deze dialoog is beschikbaar na het klikken op de knop Instellingen in het hoofddialoogvenster voor labelexport. Wanneer vervolgens Weidmüller als doelfabrikant wordt geselecteerd, wordt gecontroleerd of M-Print PRO in het systeem aanwezig is. Wordt een passende ( en bij Weidmüller gelicentieerde) M-Print PRO versie gevonden zal er gegevensuitwisseling plaatsvinden. Bovendien is het mogelijk om aan te geven of etiketten moeten worden gegenereerd, opgeslagen op een bepaalde locatie of zelfs automatisch moeten worden afgedrukt.

Exporteren van klemmen naar Weidmüller Configurator (WMC)

basic

Met de nieuwe opdracht Bestand > Exporteren > Klemmen > Weidmüller WMC kunt u een bestand exporteren dat alle fabricage-informatie van de klemmen bevat voor Weidmüller Configurator, waarmee u het ontwerp kunt controleren, het kunt voorzien van extra onderdelen, aanpassen en zelfs voor gemonteerde klemmenstroken kunt bestellen.

Integratie met WAGO Smart Script

basic

Het is nu mogelijk om labels voor apparatuur, draden, kabels en klemmen rechtstreeks naar WAGO Smart Script (versie 4.9.3 of hoger) te exporteren. Wanneer WAGO als doelfabrikant is geselecteerd, wordt gecontroleerd of Smart Script in het systeem aanwezig is en vindt gegevensuitwisseling plaats.

Klemmen exporteren naar WAGO Smart Designer

basic

Met de nieuwe opdracht Bestand > Exporteren > Klemmen > WAGO Smart Designer kan een bestand worden geëxporteerd dat alle fabricagegegevens van klemmen bevat voor WAGO Smart Designer. Daarmee kan het ontwerp worden gecontroleerd, uitgebreid met extra onderdelen, aangepast en zelfs voor gemonteerde klemmenstroken kunnen worden besteld.

Stuklijst (BOM) importeren uit Siemens TIA Selection Tool.

basic

Dankzij de opdracht Bestand > Importeren… > BOM van het TIA Selectie Tool is het mogelijk om een AML-bestand te importeren dat een configuratie bevat die is gemaakt met Siemens TIA Selection Tool. Geïmporteerde apparaten worden toegevoegd aan de Editor, Component zonder grafische elementen, en zijn toegankelijk via de Selectielijst of Toon niet geplaatste componenten.

Stille modus voor opdrachtregel

basic

SEE Electrical ondersteunt nu uitvoering in de stille modus via de opdrachtregel. Door “/silentmode” toe te voegen aan de opdracht, blijft de hoofdtoepassing verborgen en wordt een voortgangsbalk weergegeven totdat alle processen zijn voltooid.

Improvements

Complete dialoog revisie

standard

De functionaliteit is verbeterd om de prestaties te verhogen en de mogelijkheid te bieden alternatieve symbolen binnen de kanaaldefinitie op te nemen.

Het is nu mogelijk om de weergavematrix  aan te passen, deze bepaalt hoeveel symbolen er tegelijkertijd worden weergegeven. Dit geldt voor de weergave van symbolen via “Grafische overzicht” en voor niet-geplaatste componenten indien types toegewezen zijn.

Om snel tussen de beschikbare bladen te kunnen wisselen kan gebruik worden gemaakt van de pijltjestoetsen.

Bovendien worden alternatieve symbolen, indien gedefinieerd, in aparte tabbladen weergegeven, zodat deze nieuwe functie snel en overzichtelijk kan worden gebruikt.

Complete revisie licentiëring procedure

De lancering van het nieuwe aanbod van IGE+XAO / ETAP was een uitgelezen kans om de manier waarop gebruikers voor het eerst met de software omgaan en de software licentiëren volledig te herzien. Daarom zijn alle licentie gerelateerde activiteiten uit de software verwijderd en toegevoegd aan de nieuwe SEE Electrical Configuratie tool dat per direct deel uitmaakt van het installatiepakket van SEE Electrical.

Om toegang te krijgen tot deze nieuwe tool, kunnen gebruikers de juiste Configuratie van SEE Electrical V8R4 snelkoppeling vinden in het Start menu of klikken op de Licentiëer mijn software knop in het Over SEE Electrical dialoogvenster (toegankelijk via het I pictogram in de rechter bovenhoek van het hoofdvenster van SEE Electrical).

Bovendien krijgen testgebruikers elke keer dat ze SEE Electrical openen een melding over de resterende evaluatietijd. Het is ook mogelijk om toegang te krijgen tot het SEE Electrical Instellingen programma vanuit dat dialoogvenster.

Gedetailleerde instructies over hoe SEE Electrical nu gelicentiëerd moet worden zijn te vinden in de Installatie Handleiding.

Markeren aansluitgegevens uit artikeldatabase

standard

Als een component informatie binnen de kanalen heeft gedefinieerd, worden in het dialoogvenster Componenteigenschappen de tekstattributen van alle verbindingen die automatisch in een symbool zijn ingevoegd, in grijs gemarkeerd.

Dynamisch weergeven en beheren van draden (Automatisch verbinden)

advanced

Wanneer de functie Schema > Automatisch verbinden is ingeschakeld, worden alle verbindingen getoond die op het punt staan automatisch te worden ingevoegd met een symbool of groep. Bovendien is het mogelijk om deze verbindingen direct te wijzigen met behulp van speciale sneltoetsen.

Wanneer de automatisch gegenereerde verbindingen worden getoond, komt u door op de Tab-toets te drukken in de potentiaalmodus, wat wordt aangegeven door de kleur van alle draden te veranderen in de selectiekleur, meestal rood.

Het is ook mogelijk om de volgorde van de verbindingen om te keren door op de R toets te drukken of om terug te keren naar de standaardwaarden door op de D toets te drukken. In dit voorbeeld zijn de aansluitingen omgedraaid.

In deze modus kunnen we het niveau van automatische verbindingen verlagen en verhogen door op de Q en E toetsen te drukken. Dit is bijvoorbeeld nodig als een 1-polig component op een van de drie fasen aangesloten moet worden. Na activatie van de Potentiaalmodus kan deze niet ongedaan worden gemaakt.

Een uitbreiding op de potentiaal modus is de symboolmodus, die het mogelijk maakt elk symbool van de groep die op het punt staat te worden ingevoegd te controleren (aangegeven met selectiekleur voor actief symbool en blauw voor andere verbindingen). Dit werkt uitsluitend met symboolgroepen die als groep, blok, macro gegroepeerd zijn.

In deze modus kunnen we de verbindingen voor alle symbolen afzonderlijk wijzigen met dezelfde sneltoetsen als voorheen. Om naar deze modus over te schakelen, is het nodig om op de toets A te drukken, na een eerdere druk op Tab. Om tussen symbolen te wisselen, drukt u op Tab en om terug te keren naar de potentiële modus, drukt u nogmaals op de toets A.

Invoegen van alternatieve signaal referentie symbolen

basic

Het is al lang mogelijk om automatisch signaalreferentiesymbolen in te voegen aan draaduiteinden door te dubbelklikken met de linkermuisknop. Daarbij wordt, aan de hand van de gekozen tekenrichting, een referentiesymbool geplaatst. Het is nu mogelijk, na het plaatsen, te wisselen tussen een binnenkomend of uitgaand symbool.

Het wisselen van symbolen kan plaatsvinden door de Shift toets ingedrukt te houden en vervolgens op het referentiesymbool te klikken.

Opmerking: Het is absoluut noodzakelijk dat de symbolenbibliotheek “System.ses” van V8R4 wordt gebruikt, anders werkt het omdraaien van de referenties niet.

Handmatig definiëren van artikeldatabase gegevens

standard

Het is nu mogelijk om, onder bepaalde voorwaarden, de waarden van aan symbolen toegevoegde artikeldatabase attributen handmatig in te voeren.

Indien aan een onderdeel een uitrusting (type)is toegewezen maar deze uitrusting niet bestaat in de artikeldatabase, zijn de attributen toegankelijk en kunnen ze handmatig worden ingevoerd. Let wel op de volgorde, eerst uitrusting(type) invullen, daarna pas de andere waarden. Indien een uitrusting in de databank bestaat, worden alle ingevoerde waarden overschreven en vergrendeld voor verdere wijziging.

Indien Functies > Ververs artikelgegevens binnen project wordt gebruikt, worden handmatig ingevoerde waarden van niet-bestaande onderdelen verwijderd.

Het advies bij deze functie is de bewuste uitrusting eerst correct in de artikeldatabase op te nemen en zo de juiste procedure te volgen. Dit voorkomt ongewenst wissen van gegevens.

Uitrusting zoeken op artikeldatabase attribuut

standard

Als u bijvoorbeeld een symbool van een motorbeveiliging plaatst, (zoals MOTPROT3F-bereik) en dit symbool bevat een tekst met het artikeldatabase attribuut “Bereik van de thermische fasestroom”, kunt u dit veld handmatig invullen na plaatsing van dit symbool zolang als verder geen type toegewezen is. Vervolgens kan de artikeldatabase doorzocht worden op de aanwezigheid van een artikel met de bewuste waarde.

Tonen doelen van signaal referentie symbolen

standard

Er zijn nu drie manieren om signaalreferentie doelen weer te geven.

  • Het is vanzelfsprekend mogelijk geen gebruik te maken van deze optie, zet deze dan op
  • De tweede optie is al bekend uit de eerdere versies, daar heette de optie Aan, deze werd in V8R4 hernoemd naar Voeg alles samen.
  • De derde optie heet Voeg Functie(=)/Locatie(+) samen , deze geeft een doel weer in drie regels: de eerste regel is een samengevoegde waarde van Functie- en Locatie-attributen, de tweede regel bevat Product(-):Verbinding, en de derde regel is de kruisverwijzing.

Van/Naar draadnummering

standard

Er werd een nieuwe manier voor draadnummering toegevoegd. Als Draadnummering is geselecteerd als bedradingsmethode, is het mogelijk om de Van/Tot-draadnummermethodiek te selecteren die draadnummers genereert op basis van apparaten en aansluitingen die aan het einde van elke draad zijn aangesloten (bijv.: =F1+L1-P1:1/+L2-Q1:2).

Overschrijf bladen met de CopyP opdracht

advanced

Het is nu mogelijk om bestaande bladen te overschrijven met de CopyP opdracht

De opdracht kunt u, mits het Advanced niveau beschikbaar is, terugvinden in het Project management menu. Deze heet dan (Advanced) kopieer bladen tussen projecten of u roept de functie aan door de opdracht CopyP uit te voeren in de Opdrachten lijst

Klik op de Instellingen na het starten van de opdracht, en schakel daar de optie “Overschrijven bladen toestaan” in.

Archiveren van ge-hyperlinkte bestanden

basic

Er is een nieuwe optie Groepeer bestanden met hyperlinks beschikbaar binnen de Archiveer project opdracht. Deze opdracht maakt het mogelijk ge-hyperlinkte bestanden op te nemen in het archief en alle links aan te passen zodat na het re-archiveren alle bestanden worden uitgepakt op dezelfde locatie als het project en de verbindingen tussen de ge-hyperlinkte bestanden ongewijzigd blijven. Dit is een prima oplossing om een project, inclusief alle gekoppelde bestanden, op een extern (USB) geheugen te plaatsen. Daarbij moeten alle bestanden in dezelfde folder als het project staan.

Symbolenbibliotheken beheren vanuit het deelvenster Symbolen

basic

Het is nu mogelijk om EIGEN, niet schrijf-beveiligde, symboolbibliotheken direct in SEE Electrical te hernoemen en te verwijderen door de juiste opdracht te selecteren in het contextmenu van de symboolbibliotheken.

Klemmen controleren via de Editor, Klemmen

standard

Met de nieuwe opdracht Controleer Klemmen, die beschikbaar is in het contextmenu van de Editor, Klemmen database editor, kunnen we een dialoogvenster tonen met een lijst van alle inconsistenties en (mogelijke) fouten van alle klemmen in het actieve project. Bovendien kunnen we vanuit dit dialoogvenster alle gedetecteerde problemen naar een tekstbestand exporteren voor latere analyse of (uitsluitend binnen Advanced/Scale) direct naar de geselecteerde klemmen navigeren.

Sluit Bijschriften (redlining) uit van printen en PDF export

basic

Met de opdracht Sluit bijschriften (redlining) uit, dat beschikbaar is in het dialoogvenster Afdrukken en PDF genereren, kan globaal worden uitgesloten dat bijschriften(redlining) wordt afgedrukt of opgenomen in het gegenereerde Pdf-bestand. Een soortgelijke instelling die aanwezig was in de eigenschappen van bijschriften is verwijderd.

Toevoegen contactspiegel attribuut m.b.v. Flexref

basic

De Flexref opdracht maakt het nu niet alleen mogelijk om contactspiegels te definiëren, maar ook om automatisch een kruisverwijzing attribuut toe te voegen. Ook kan nu een als Component Algemeen gegroepeerd component worden omgezet naar Component met hulp / multi-contacten (kruisverwijzing).

Selecteer daartoe een Componentsymbool, voer de opdracht FlexRef uit, selecteer de optie Tekst

Als de optie “Tekst” wordt ingeschakeld, zal de dialoog worden aangepast aan de mogelijkheden van deze instelling.

Bepaal de juiste referentietekst positie (Boven, Links, rechts of beneden). Door deze keuze zal niet alleen de positie van de referentie tekst worden bepaald, maar ook de uitlijning (links, rechts, centreren)

De uitlijning sectie is optioneel, deze heeft betrekking op het eventuele gebruik van de contactspiegel of maak/verbreek boom. Daarbij is het wel mogelijk om bijvoorbeeld de horizontaal geplaatste contactspiegel te selecteren, waarbij op de tekst het centreren attribuut wordt toegepast.

Het blijft ook mogelijk de positie en hoek van de referentietekst handmatig in te voeren.

Navigeren naar kabels via de Aspect Manager

advanced

Uitsluitend indien de functionaliteit “Activeer artikeldatabase” binnen Tabblad “Functie/locatie” binnen de Projecteigenschappen geactiveerd is:

Kabels zijn nu zichtbaar in het symboolraster van het Aspect Manager dialoogvenster. Net als bij andere componenten is het mogelijk om naar elke afzonderlijke kabelader te navigeren en te zien hoeveel er al in gebruik zijn.

Navigeren via de grafische inhoudsopgave lijst

advanced

Het is nu mogelijk via een (nieuw) gegenereerde grafische inhoudsopgave naar een blad te navigeren via de GA NAAR opdracht binnen het context menu. Deze navigatie werkt uitsluitend bij een nieuw gegenereerde grafische inhoudsopgave.

Verbergen klemnummers bij gebruik Index Tabel

standard

De weergaveopties van de tabel met indexcomponenten die beschikbaar zijn in paneelbouw 2D eigenschappen zijn opnieuw ontworpen en verbeterd met een extra optie – Verberg klemmennummers. Als deze optie is ingeschakeld, kunnen bij het invoegen van de Indextabel niet alleen de klemindex attributen maar ook de klemnummers automatisch worden verborgen, waardoor de tekening vaak beter leesbaar wordt.

CreateDetail beschikbaar in alle modulen vanaf Basic

basic

De CreateDetail opdracht die tot nu toe uitsluitend beschikbaar was binnen de Paneelbouw 2D module is per direct beschikbaar binnen alle modules vanaf Basic. Door deze opdracht te activeren kunt u een gebied selecteren, waarna alle tekenelementen die binnen dit gebied staan op een speciale manier op het Windows klembord worden geplaatst. Het is vervolgens mogelijk via Control-V (Plakken) deze uitsnijding elders in hetzelfde of een ander project te plakken. Daarbij kan met de bekende sneltoetsen voor verkleinen en vergroten de gewenste afmeting worden gekozen. De geplakte tekening is ontdaan van alle slimme eigenschappen, waardoor er geen vermeldingen in de database lijsten worden opgenomen. Na het plakken is er geen relatie (meer) tussen de oorspronkelijke tekening en de kopie.

Nieuwe versie 3D Panel module

standard

De 3D Panel module die compatible is met deze versie van SEE Electrical is V3R1 SP1 (3.1.1.18). Oudere versies van 3D-panel worden automatisch geactualiseerd.

Zoek en vervang voor afbeelding paden

advanced

Het is nu ook mogelijk het pad naar een gekoppelde afbeelding, zoals vaak gebruikt bij de logo’s, op te zoeken en te vervangen door een ander pad  door middel van de Zoek en vervang functie. Deze functie kan per module worden uitgevoerd, onder niveau Advanced.

Alternatieve symbolen in de Selectielijst

standard

Indien de kanalen alternatieve symbolen bevatten kunnen deze niet direct geselecteerd worden. Er is echter een manier om door de beschikbare symbolen te bladeren. Druk daarvoor op de N en B toetsen terwijl het symbool aan de cursor hangt.

Deze optie is beschikbaar bij de vrije plaatsing van uitrusting binnen de paneelbouw 2D module of wanneer een symbool wordt opgehaald via de “Componenten” tab.

Additionele filtering op componenten en bladen binnen de Aspect Manager

advanced

Met de opdrachten Toon Componenten en Toon Bladen, bereikbaar via het contextmenu binnen de Aspect manager (Functie(=)/Locatie(+) management kunnen aspecten nu beter worden gefilterd. Voor beide opdrachten geldt dat de allereerste uitvoering alle items filtert die overeenkomen met het geselecteerde aspect, maar ook met sub-aspecten. Als de opdracht opnieuw wordt uitgevoerd, worden alleen de items gefilterd die overeenkomen met het geselecteerde aspect.

Schema’s genereren voor Caneco Connect en SE EPD Ecodial Connect modules

basic

Er werden menu items voor Caneco Connect en SE EPD Ecodial Connect modules aangepast. Hierdoor kan nu gekozen worden tussen een- of meerdraads presentatie.

DWGImportEx tekeningtype selectie

basic

Het is nu mogelijk te selecteren binnen welke module, zoals schema of Paneelbouw 2D, de geïmporteerde tekeningen ingevoegd moet worden indien de DWGImportEX opdracht gebruikt wordt. De optie om de module (Bladtype) te selecteren verschijnt als een projectsjabloon geselecteerd werd.

Nieuwe grafische import formaten toegevoegd

basic

Binnen de Algemeen, Afbeelding/PDF functie zijn enkele grafische formaten toegevoegd:

  • MNG bestanden (*.MNG, *.JNG, PNG) Dit staat voor Multiple Network Graphic
  • WBMP bestanden (*.WBMP) Dit staat voor Wireless Bitmap Image Format
  • PNM bestanden (*.PNM) Dit staat voor Portable Any Map

Automatische actualisatie van uitrusting database naar project bij openen

standard

Dankzij nieuwe instellingen binnen de Projecteigenschappen is het nu mogelijk in te stellen of de artikel c.q. uitrusting gegevens automatisch worden geactualiseerd, van de artikeldatabase naar het project, bij het openen van het project. Er zijn drie mogelijkheden: Nooit, Altijd en Vragen. De bekende handmatige functionaliteit via Functies, Ververs artikelgegevens binnen project blijft behouden.

Maateenheden instelbaar

basic

Het is nu mogelijk te bepalen welke eenheden worden gebruikt voor het weergeven van afmetingen. Beschikbare eenheden zijn mm, cm, inch, m en dm. Het is ook mogelijk om globale eenheden te wijzigen door de juiste instellingen te wijzigen in het Dimensie Instellingen dialoogvenster. Bovendien kunnen individuele afmetingen en hun eenheden afzonderlijk worden beheerd vanuit het deelvenster Eigenschappen. Alle gemigreerde afmetingen zullen standaard geen eenheden weergeven.

NEM Import

standard

Bij het inlezen van Caneco, SE EPD Ecodial of Ecoreal P bestanden moet het Functie/Locatie management ingeschakeld zijn. Is dit niet zo, wordt deze automatisch ingeschakeld.

Verbindingstype anders dan draad uitgesloten van draadlijst

standard

Draden waarvan het verbindingstype op “Brug” is gezet komen niet langer in de draad- of draadtype lijst. In plaats daarvan zullen ze aan de stuklijst worden toegevoegd.

Referenties op het verdeler overzicht

standard

De manier waarop signaalreferenties worden ingevoegd in het verdeler overzicht is verbeterd. Voorheen was de afstand tot de symboolreferentie gebaseerd op de rasterinstellingen, waardoor deze soms buiten de pagina verschenen. Om dit te verhelpen hebben wij de positie van de symboolreferentie aangepast zodat deze nu in het midden van de eerste en laatste kolom staat, zodat deze altijd binnen de pagina wordt geplaatst bij het genereren van eendraads schema’s en vermogensdiagrammen.

Watermerk op PDF bestanden in testmodus

standard

Alle PDF bestanden die tijdens de testperiode met de PDF module worden gegenereerd zijn nu voorzien van een watermerk. Dit watermerk is niet aanwezig indien met een gelicentiëerde versie wordt gewerkt

Bug fixed

Als gevolg van wijzigingen in de normalisatie is de module Schema IEEE hernoemd tot Circuit Diagrams NFPA.

Alle opdrachten die de zichtbaarheid van bepaalde objecten wijzigen (Bijschriften/Redlining, Afmetingen, Aansluitrichting tonen, enz.) zijn nu gegroepeerd in het paneel Toon/Verberg van het lintmenu Beeld.

Het uitvoeren van opdrachten Project > Informatie en Blad > Informatie  via het contextmenu binnen de projectboom ververst niet langer het deelvenster Eigenschappen, maar opent een nieuw, speciaal dialoogvenster voor het wijzigen van attributen.

Het Klem index attribuut accepteert nu uitsluitend gehele cijfers.

Prestatieverlies als gevolg van het invoegen van nieuwe Signaalreferentiesymbolen indien veel tekeningen open zijn, werd geëlimineerd.

Detectie van openingen in geïmporteerde DWG-bestanden is aanzienlijk verbeterd.

Beperking op het aantal favoriete onderdeelnummers in de artikeldatabase is opgeheven.

Toevoegen en verwijderen opdrachten binnen de artikeldatabase Favorieten werkt nu met multi-selectie.

Bij het importeren van een XML-bestand in de artikeldatabase wordt de laatste locatie van de import nu onthouden.

De speciale SEE Electrical Viewer heeft nu de mogelijkheid om de draadrichting zichtbaar te maken.

Het Projectvenster wordt nu correct vernieuwd wanneer pagina’s tussen projecten worden gekopieerd.

NC afmetingen laten niet langer de optie cursief weg die beschikbaar is in het dimensie instellingen dialoogvenster.

Mogelijkheid om het Product (-) attribuut voor bladen toe te passen die met de AutoGen module werden gegenereerd werd weer toegevoegd.

Het is nu mogelijk een hoek te wijzigen voor meerdere geselecteerde teksten.

Probleem waarbij het invoegen van afgeschermde kabels met hiërarchische producttoewijzing ertoe leidde dat de optie Uniek productaspect op componenten werd uitgeschakeld, is verholpen.

Kopiëren en plakken van een klem of kabel zal niet langer de aspect manager openen en vervolgens een random waarde voor functie/locatie/Product toekennen.

Verdelingsboom van Building+ is per direct bruikbaar vanuit het Standard niveau.

Configuratie management (BlockConfigurator) voor AutoGen werkt nu correct

Programmafout die optrad wanneer een tekeningsjabloon met muur werd geladen is opgelost.

Programmafout die optrad als de toets combinatie Ctrl+L werd ingedrukt is opgelost

Probleem waarbij GaNaar via de Inhoudsopgave niet correct werkte als meerdere bladen hetzelfde bladnummer hadden, is opgelost.

Programmafout die optrad wanneer de Vorig/Volgend blad opdracht werd gebruikt om naar een niet-bestaand 3D blad te navigeren is opgelost.

Draadrichting zichtbaarheid werd in alle mogelijke versies van de SEE Electrical Viewer geactiveerd.

Uitrusting nummers worden nu correct verwerkt door de Intelligent PDF module.

Inzoomen terwijl een symbool aan de cursor hangt laat deze niet langer verdwijnen van de cursor.

Situaties waarin “Type” werd gebruikt om het Uitrusting attribuut te definiëren werden gecorrigeerd.

Het “ karakter laat de Setup List Values dialoog niet langer crashen.

Onverwachte crashes in de “Toon niet geplaatste onderdelen” dialoog zijn opgelost.

Crashes veroorzaakt door layer beschrijvingen die meerdere regels bevatten tijdens DWG-export komen niet meer voor

Arcering contour wordt niet langer weergegeven bij omgekeerde weergavekleuren.

De berekeningen van de totale oppervlakte zijn nu correct.

Het dialoogvenster Dimensie instellingen reset niet langer de schaal als er fracties worden gebruikt.

Het leeglaten van de kanaaldefinitie bij het aanmaken van nieuwe uitrusting veroorzaakt niet langer crashes.

Het Functie/Locatie venster wordt niet meer behandeld als component in Aspect Manager.

Tab+R indrukken tijdens het invoegen van symbolen veroorzaakt niet langer een crash.

Het dialoogvenster Componenteigenschappen wordt weergegeven wanneer het laatste van de alternatieve symbolen wordt gebruikt.

Het attribuut Volgende blad werkt nu correct.

Een crash tijdens het actualiseren van de Aspect Manager is verholpen.

Probleem waarbij de functie/locatie niet wordt overgenomen van de pagina wanneer een signaalreferentiesymbool wordt ingevoegd, is opgelost.

Inconsistent gedrag bij het ophogen van klemnummers bij etageklemmen is verholpen.

CanecoBT en SE EPD Ecodial XML import werken nu correct wanneer DPI-schaal hoger is ingesteld dan 125%.

De AutoGen module kan nu op elk type tekening worden gebruikt (ook op eigen tekeningtypen).

Draadtypelijst bevat niet langer uitrustingnummers zonder draad.

Probleem opgelost waarbij ingevoegde afbeeldingen altijd als link werden ingevoegd.

Bij het genereren van een stuklijst wordt de uitrustingnummerinformatie van subtypes nu altijd weergegeven.

De menu’s Exporteren.. en Importeren… zijn gereorganiseerd.

Het contextueel menu dat verschijnt als je met de rechtermuisknop klikt op de elementen van de tekening is geoptimaliseerd op basis van hoe vaak de beschikbare functies worden gebruikt.

Na het veranderen van de richting op het signaalreferentiesymbool (door middel van klik met ingedrukte Shift toets), wordt de navigatiepin (Advanced) nu goed weergegeven.

Probleem waarbij de schaal van paneelbouwsymbolen die werden ingevoegd met de opdracht Toevoegen onjuist was, is opgelost.

MS Excel export naar 3D Panel+ formaat bevat nu alle hulpmateriaal nummers.

Bij het importeren van een bestand van Caneco BT of Ecoreal P worden fabrikant en onderdeelnummer van apparatuur correct hersteld.

Het is opnieuw mogelijk om klemsorteerattributen opnieuw te nummeren in Editor, Klemmen met behulp van N>=n en N>n formules.

Anomalie die ervoor zorgde dat Draad Rubberband in combinatie met Snap aan Element de cursor willekeurig verplaatste tijdens het slepen van symbolen, is geëlimineerd.

Crash die optrad als PDF-invoeging (via Algemeen > Invoegen > Afbeelding opdracht) werd uitgevoerd na wijziging van de bladschaal, is geëlimineerd.

Eigen tekeningtypes die binnen het 1800-1999 bereik zijn aangemaakt kunnen nu een gedefinieerd tekeningsjabloon gebruiken.

Als u een contactnummer met tijdelijke aanduidingen kiest, reageerde het systeem soms niet meer, dit is nu opgelost.

Voor het maken van een nieuw signaaltype hoeft het veld Uitrusting niet langer te worden ingevuld

Probleem waarbij de wijziging van de algemene regel voor PLC-synchronisatie niet in projecten werd opgeslagen, is verwijderd.

Alle symbolen die op een tekening zijn ingevoegd, geven nu coördinaten weer van het allereerste verbindingspunt in het eigenschappenvenster.

De migratietijd voor projecten die zijn gemaakt in SEE Electrical V8R1 en lager is aanzienlijk verkort

Als u het systeemtekeningtype dupliceert met een door de gebruiker gedefinieerde gebruiker, verdwijnt het oorspronkelijke tekeningtype niet langer uit het projectvenster.

Crash die optrad als uitrusting een database filter attribuut bevatte dat niet in de database was gedefinieerd, is geëlimineerd.

Bij het filteren van artikeldatabases met behulp van uitrusting kenmerken in symbolen worden lege velden niet meer verwerkt.

Het berekende vermogen dat zichtbaar is in gegenereerde verdeler overzichten met de optie Uitgesloten van aardlekschakelaarbeveiligingsgroep ingeschakeld, is nu correct.

Een Netnaam die automatisch wordt toegewezen wanneer signaaltypen worden gebruikt, veroorzaakt niet langer dubbele waarden als globale netnummering bladnummer gebruikt.

Het openen van software door te dubbelklikken op een projectbestand en onmiddellijk een PDF-bestand te genereren, veroorzaakt niet langer een crash.

Railsymbolen die naar het DWG-bestand zijn geëxporteerd, worden nu correct weergegeven.

De prestaties van de opdracht “Toon niet geplaatste onderdelen” is aanzienlijk verbeterd.

De status van het wisselen tussen fabrikanten en artikelgroepen in de artikeldatabase wordt nu opgeslagen.

Probleem verholpen waarbij grafische lijsten ontbraken bij het converteren van projecten.

Fouten die optraden bij het maken van nieuwe pagina’s, het toewijzen van sjablonen of het invoegen van nieuwe pagina’s zijn opgelost.

Functionaliteit voor draad- en netnummering is volledig opnieuw ontworpen waardoor er geen onjuiste waarden meer worden gegenereerd voor bepaalde uitzonderingen.

Het vertaalvenster wordt nu correct vernieuwd wanneer het scherm wordt verlaten.

Kabels die zijn gemaakt met door de gebruiker gedefinieerde symbolen tonen nu alle informatie over kabeladers in Component Properties.

Vectorlettertypes kunnen nu worden geselecteerd in instellingsdialoogvensters voor kabel- en kabelkerntekst.

Contactreferenties worden nu correct weergegeven volgens de toegepaste optie.

Draadrichtingen worden niet langer verwijderd bij het verplaatsen van draden.

Componentenlijst beschikbaar in Intelligente PDF wordt correct gegenereerd naar PDF.

Het venster Eigenschappen circuitdiagrammen wordt nu correct weergegeven als er geen sjablonen in de omgeving kunnen worden gevonden.

Freeze die optrad tijdens het gebruik van auto connection is verholpen.

Hiërarchische structuur van tekeningen wordt correct hersteld bij gebruik van RecoverFromAutoBackup commando.

Inconsistentie die optrad tijdens het wijzigen van het attribuut Rearrange symbol Tags tijdens multiselectie is verholpen.

Crash die optrad bij gebruik van de opdracht GeneratePDF in Veilige modus is opgelost.

Bij gebruik van de opdracht AutoBackup en het importeren van pagina’s met dezelfde ID wordt een bericht met duplicaten weergegeven.

Bewerk in spreadsheet-functionaliteit van de opdrachten DrawingConfigurator en BlockConfigurator is hersteld.

Crash die optrad tijdens het wijzigen van de Vrije verbindingstekst van PLC-signalen is opgelost.

Grafisch probleem in de projectstructuur tijdens het plakken van pagina’s is verholpen.

Crash die optrad bij het openen van Pdf-bestanden gemaakt door ProClima zonder dat er een reader geïnstalleerd was op de machine is opgelost.

Probleem met het schalen van onderdelen die op rails worden ingevoegd is verholpen.

Probleem met onderdeelnummers die niet correct werden verwerkt wanneer een onderdeel werd toegevoegd aan een kabelblok is verholpen.